Monday, February 18, 2013

Strúkelstienen


der lêge strúkelstienen met fan dy moaie glimmende messingplaatsjes
in’e stoep foar ut kafee fan ut ouwe ferlaten Sneker feemerkterrein
kleine strúkelstienen foar Jacob Pino & syn frou Erna Adler
en ok foar hun dòchterke Mechgelien Pino

in ut fan gòdferlaten Auschwitz liep ut spoar fan dizze Pino’s doad
gyn teken fan leven mear, laat staan hun naam útbeiteld in stien

der lêge strúkelstienen met fan dy moaie glimmende messingplaatsjes
as un skraal earesalút foar fader Jacob & moeke Erna
en foar dy lieve lieve Lientsje nòch mar elf jaar oud

henk van der veer 

Thursday, June 09, 2011

De Grand Ballon

Twee mannen staan te lachen. Ze kijken naar die idioten die voorbij komen rennen. Zo'n vierhonderd hardlopers zijn zo gek geweest zich in te schrijven voor de Montee du Grand Ballon. Een parcours van 13,5 kilometer van Willers-sur-Thúr naar de top van de Grand Ballon. Een berg van goed 1400 meter hoog. Ik ben één van die renners die zich waagt aan deze monstertocht.

Die twee daar boven op één van de eerste cols lachen naar mij. Ze wijzen met de vingers omhoog. In het Frans zeggen ze dat ik daar heen moet. De blik gaat naar rechts en ik zie in de hoogte een klein wit gebouw. Het weerstation op de top van de Grand Ballon. De moed zakt me in de schoenen en voor het eerst sinds ik ren, denk ik serieus aan uitstappen. Opgeven is alleen geen optie. Ik was tenslotte degene die de loop op internet gevonden had en Geart-Sierd van der Zee en Douwe Nauta zo gek kreeg mee te gaan.

Rennen doe ik dan al niet meer. Het lijkt meer op dribbelen, snelwandelen en strompelen over de onverharde wegen. Ik kijk op m'n klokje en zie dat ik een kilometer binnen 8 minuten heb volbracht. De twee kilometer gewone asfaltweg in het parcours heb ik dan al me gelaten. Net als een doedelzakspeler die renners aanmoedigt door muziek te maken en mee omhoog te lopen.

Voor de derde keer komt de red bull omhoog die ik vlak voor de start naar binnen werkte. M'n hartslag gaat alle kanten uit. Ik wil wel, maar kan niet harder. Ik besef dat ik maar beter kan gaan genieten. Van de prachtige bossen, het mooie dal en de vergezichten. Het uitzicht is adembenemend, en dat terwijl ik de zuurstof juist goed kan gebruiken. Ondertussen zingt er nog een liedje rond in m'n hoofd. Drie oude ottertjes van de Jip en Janneke CD van m'n dochter. Niet het deuntje dat je wilt horen als je een berg oprent.

Een hek markeert het einde van de boomgrens. Nog goed drie kilometer te gaan. In de verte zie ik een waterpost. Het is de laatste voor de finish. Ik hoor motoren scheuren over de bergweg, zie de mensen die aan het touren zijn in prachtige oldtimers.

Op het asfalt staan de aanmoedigingen voor wielrenners die hier langs reden op weg naar eeuwige roem. Waarom kunnen wij niet over de weg rennen. Waarom moeten wij over onverharde paden omhoog, over boomstronken struikelen en van rots naar rots springen?

Het is de uitdaging, het extreme van deze vorm van rennen. Ik haal nog een keer diep adem en begin aan de laatste kilometers. Via een rotspad bereik ik de top. Het waait daar hard en het is koud. Echt genieten van het prachtige uitzicht zit er niet meer in.

Vanaf het weerstation op de top is het een kleine kilometer naar de finish. Het gaat hard naar beneden, daarom is het lastig je benen goed onder controle te houden. Ik mis bijna het pad en blijf net op de been. Gewicht vol achterin en hakken in het zand.

Met een kleine 20 kilometer per uur ren ik op de finish af. Een klein tentje naast het restaurant. M'n nummer wordt afgescheurd door de organisatie en m'n naam doorgestreept. M'n twee companen staan me op te wachten. Lichtelijk verveeld want ze waren al tientallen minuten binnen.

Ik heb m'n doel bereikt: De top gehaald en de loop rennend kunnen afsluiten. Eeuwige roem. Gelukkig staat er een bus die ons weer naar de start brengt want twee keer dit parcours rennen zou ik niet trekken. Beneden hangen de eindtijden al aan de muur.

De winnaar liep de Montee du Grand Ballon in 1.00,55. Een gemiddelde snelheid van dus ruim 13 kilometer per uur. Douwe deed er 1 uur, 24 minuten en 47 seconden over, Geard Sierd 1 uur, 29 minuten en 17 seconden.

Thursday, December 16, 2010

Winter op Schiermonnikoog





Saturday, November 13, 2010

Pauze

Ik hâld skoft. Ik kom werom.

Saturday, July 03, 2010

Wilders en de straat

Gezien in Kopenhagen.

Wednesday, June 09, 2010

Een zondagmiddag in Margraten

Het regent hard in Zuid-Limburg. De man voor ons heeft er geen last van. Die heeft alleen een t-shirt aan en z'n broek zakt zowat af. Hij heeft een nerveuze blik op z'n gezicht, kan niet stilzitten. Z'n zoontje zit naast hem. Die heeft wel een regenjas aan. De man wil graag vertellen waarom hij daar is en begint een gesprek. We zijn op het Amerikaanse ereveld in Margraten, bij de herdenking van de 8302 soldaten die daar begraven liggen. De man is zelf veteraan. Hij zat in Bosnië. Een paar maanden geleden knapte er wat. Hij ging helemaal door het lint en kon met moeite opgepakt worden. Het was het zoveelste incident. Hij zocht grenzen op door met iedereen te knokken.

Op het politiebureau werd duidelijk dat er iets niet klopte. Ze stuurden hem door naar een psychiater van het leger. Die zag wat er aan de hand was: PTSS, posttraumatisch stressstoornis. Hij lijdt aan angsten, opgedaan in Sarajevo. Daar reed hij rond als chauffeur van een geldauto. Meerdere malen is hij onder schot gehouden met automatische wapens. Hij kon er toen om lachen. Nam een biertje en ging verder. Na een paar jaar thuis ging het mis. Z'n vriendin was de klos en z'n zoontje begon 'm na te doen. Hij zag dat het anders moest en ging in therapie. Antidepressiva moet hij nu slikken. Het moet hem kalm houden.


De ceremonie begint. Een oud vrouwtje wil met haar rollator nog een plaatsje hebben. De veteraan staat op en helpt haar. Hij slaat een arm om haar schouders, helpt haar in een regenjas. Als dank krijgt hij een pepermuntje. Z'n zoontje een slok water.

Thursday, May 13, 2010

10 jaar geleden

Willem Wilmink
Enschede huilt


Een buurt, die wel veel zorgen had,
maar die ook vol verhalen zat,
vol humor en gezelligheid,
die buurt zijn we voor eeuwig kwijt.

Daar waar het vol van kinderen was,
verschillend van geloof en ras,
maar in hun spel gelijkgezind
loopt nu geen enkel kind.

In de oorlog stond de stad in brand
op Pathmos, Zwik en Hogeland:
meer dan een halve eeuw nadien
kun je daarvan nog sporen zien.

Nu is, in de heerlijke maand mei,
bij vogelzang, zo vrij en blij
de stad opnieuw iets aangedaan
dat nooit en nooit voorbij zal gaan.

Arm Enschede, verberg je in
de armen van je koningin
en huil, want daar is reden voor
en huil dan maar aan één stuk door.

(c) Willem Wilmink